Nederlandse-gedichten

Het Woord van God is ons gegeven,
zal ons als leidraad richtsnoer zijn.
Het geldt als basis voor ons leven,
als brood en als een beker wijn.
Maar door de tijden is gebleken,
dat wat er in de Bijbel staat.
Veel informatie deed ontbreken,
die licht werpt, en ons geloven baat.

Er zijn ontdekkingen gevonden,
die ons een ander beeld laat zien.
Maar velen blijken nog gebonden,
aan 't beeld uit tijden van voordien.
Wat met mysteries bleek omgeven,
krijgt gaande weg meer duidelijkheid.
Maar hoeft niet in het gelovig leven,
te zijn wat van elkander scheidt.

God laat ons niet voor niets ervaren,
steeds stap voor stap de werkelijkheid.
En door de wetenschap verklaren,
de weg die naar het leven leidt.
Zo schept hij inzicht in de dingen,
die nog voor ons verborgen zijn.
Wil ons met duidelijkheid omringen,
die thans nog tunnelvisie zijn.

Zo maakt hij gaandeweg steeds breder,
het beeld wat ons voor ogen staat.
En komt zijn handelen tot ons weder,
zo toont hij ons waarom het gaat.
Hierdoor krijgt Christus nieuw gestalte,
nog glorierijker dan voorheen.
Doordat zijn Goddelijk gehalte,
breekt door de tunnelvisie heen.
Justus A. van Tricht



God heeft tot vreugde ons geroepen,
ons hart zal wezen onbezwaard.
Het zal Gods glorie uit doen roepen,
die Christus' opstanding verklaart.
Hij heeft het donkere graf verlaten,
Zijn rug het doodsland toegekeerd.
De wachters die bij 't graf nog zaten,
hebben uit angst zich niet verweerd.

Voor onze ogen is bewezen,
dat Jezus echt is opgestaan.
Hij laat Zijn tekenen ons lezen,
in hand en voeten aangedaan.
Hij toont ons liefdevol Zijn zijde,
waar Hem de speer doorstoken heeft.
Dit moet voor wie nog twijfelt leiden,
tot geloven dat Hij waarlijk leeft!

Komt laat ons jubelen en juichen,
die weer tot ons is teruggekeerd.
Hem eren en Hem dank betuigen,
die over leven, dood regeert.
Hem zij de lof, Hem zij de glorie,
Hij deed de dood voor ons verslaan.
Zijn weg van lijden werd Victorie,
door uit de doden op te staan.
Justus A. van Tricht



Hij kwam want Hij was ons beloofd,
wij allen konden hem verwachten.
Hij schonk een vuurvlam op ons hoofd,
en toonde zijn bijzondere krachten.
Op hoge winden kwam Hij aan,
vanuit de hemelse gewesten.
Wij konden plots elkaar verstaan,
wiens oorsprong lag in 't oost of 't westen.

Hij maakte hart en wezen een,
zijn heilig vuur werd afgeschoten.
Hij schonk zijn gaven iedereen,
met grote vreugd werd elk begoten.
Hij maakte los de mensentong,
verbazing droeg ons over grenzen.
En 't blijde loflied dat men zong,
dat was een lied van feesttendensen.
Justus A. van Tricht



Hoe kan ik Heer toch ooit vergeten,
Uw smartelijk lijden aan het kruis.
Ik die van 't lijden heb geweten,
stond immers ook in 't volksgedruis.
Ook ik heb kruisigt Hem geroepen,
nadat men U gegeseld had.
Met luide stem zoals die groepen,
tesaam gekomen in de stad.

Ook ik draag schuld Heer aan Uw lijden,
heb mij Heer van U afgekeerd.
Misschien kon ik het onrecht mijden,
dan had men U niet zo bezeerd.
Maar gaande weg heb ik begrepen,
dat U verkoos die weg te gaan.
Toen heeft Uw blik mij aangegrepen,
zag in 't voorbijgaan plots mij aan.

Die blik Heer zal ik nooit vergeten,
die blijft mij heel mijn leven bij.
Van die blik blijf ik altijd weten,
trekkend met 't kruis aan mij voorbij.
Naar Golgotha deed ik U volgen.
Uw executie zag ik aan.
Hoe U door mensen zijnd als wolven,
U aan het kruis Heer deden slaan.

Veroordeeld om aan 't kruis te sterven,
hebt U de wil van God vervult.
Om mij het leven te verwerven,
wereld en mens bevrijdt van schuld.
Door U ontvangen wij bevrijding,
en biedt U ons een toekomst aan.
Uw offer is daarvan bereiding,
voor elk die achter U wil gaan.
Justus A. van Tricht



Hij helpt de lasten dragen,
die drukken ons terneer.
Als wij er Hem om vragen,
bezwarend ons steeds weer.
Jezus zal uitkomst geven,
verlicht graag onze last.
Opdat wij in ons leven,
dragen wat bij ons past.

Hij zal de schouders sterken,
van vrouw en kind en man.
Zo ieder laten merken
zodat men dragen kan.
Al moet een mens vaak lijden,
en blijkt zijn kruis soms zwaar.
De dag van zijn bevrijden,
komt door Zijn handgebaar.

De tijd zal eenmaal komen,
dat elk geen last meer draagt.
Maar 't licht hem zal omzomen,
wat voor hem is gedaagd.
Uitkomst en redding beiden,
liggen in 's Heren hand.
Die elk wie gelooft zal leiden,
naar het Beloofde Land!
Justus A. van Tricht

 
Met hun trompet vooruitgestoken,
verkondigden zij ons het heil.
In 't felle geel de aard' ontloken,
bliezen zij voor de Heer 't reveil.
Nadat de steen was weggenomen,
en door Gods engel aangeraakt.
Is Jezus uit het graf gekomen,
en uit de doodslaap weer ontwaakt.

Die morgen bij het ochtendgloren,
legde de Heer het doodskleed af.
Mochten wij van Gods engel horen,
dat Hij verrezen was uit 't graf.
De windselen heeft hij ons doen tonen,
stil aan het hoofdeind neergelegd.
En met Gods vrede ons doen lonen,
die over ons is uitgezegd.

Dit blijde bericht voor hart en oren,
moet steeds weer gaan van mond tot mond.
Laat het de hele wereld horen,
dat Christus uit de dood opstond.
Het Paasfeest is steeds weer bezinning,
van 't Licht dat God heeft uitgestort.
Van Jezus strijd en overwinning,
en zo de mens tot vreugde wordt.
Justus A. van Tricht



Zijn liefde bleek gehoorzaam wandelen,
en handelen naar 't gegeven woord.
Door God de Vader Hem gegeven,
steeds nageleefd, er naar gehoord.
Zijn hart was zuiver, zonder zonden.
zijn geest was rein en scherp zijn oog
Er werd geen kwaad in Hem gevonden,
het was Gods woord dat Hem bewoog.

Hij trok al lerend door de velden,
en reisde voort van stad tot stad.
Hij sprak van  't Godsrijk dat zou komen,
vaak in een gelijkenis vervat.
Hij heelde en genas de zieken,
en wekte doden uit hun slaap,
Schoot schriftgeleerden in hun wieken,
bevrijdde een bezeten knaap.

Zijn liefde ging tot aan het einde,
die oversteeg het kruis en 't graf.
Hij legde als de eeuwig Zijnde,
met Pasen 't grauwe doodskleed af.
Zijn sterven en zijn weer verrijzen,
zijn tekenen van Zijn macht en kracht.
Dat zijn de wonderen die bewijzen,
hoe Hij Gods opdracht heeft volbracht.
Justus A. van Tricht



Als Jezus 't kruis niet had gedragen,
niet 's werelds zonden, onze schuld.
En Hij die last niet had verdragen,
niet 's Vaders opdracht had vervuld.
Dan waren wij voorgoed verloren,
omgeven door de duisternis.
Maar nu mag heel de wereld horen,
dat er voor haar verlossing is.

Door 't kruis wat Jezus wilde dragen,
zijn onze zonden schoongeboend.
En zal het eeuwig leven dagen,
is onze schuld voor God verzoend.
Hij die Zijn leven heeft gegeven,
gestorven is voor u en mij.
Bereid voor ons de weg ten leven,
die Weg is Jezus, dat is Hij!

Met Pasen uit het graf verrezen,
brak voor ons 't nieuwe leven aan.
Wie zal er voor de dood nog vrezen,
als hij met Christus op zal staan.
Hij heeft de dood voorgoed verslagen,
vernedering hem toegebracht.
Zijn woord weerklinkt in onze dagen,
het is Gods koninkrijk dat wacht.

Laat ons dan uitzien naar de tijden,
als Gods belofte wordt vervuld.
En er een eind komt aan ons lijden,
eenmaal met 't eeuwig licht omhult.
Verwacht dan blij de Grote morgen,
waarop het Godsrijk komen zal.
Voor altijd bij de Heer geborgen,
met een ontelbaar groot getal.
Justus A. van Tricht
Hij sprak hen zacht van het verraad,
Hij wist wat Hem ging overkomen.
Gaand als gebond'ne over straat,
het bloed zou uit zijn wonden stromen.

Zijn vrienden waren zeer ontdaan.
En door d' emoties diep bewogen.
Maar een van hen was heengegaan.
Keek Jezus niet meer recht in d' ogen.

Hij had met Hem zijn hand gedoopt,
die waarheidsschotel heeft doen heten.
Judas had op 't Godsrijk gehoopt,
maar de betekenis vergeten.

Nu wacht het kruis, Gethsemane.
Nu wachten Jezus de soldaten.
Straks moet Hij in de optocht mee.
Wordt Hij door iedereen verlaten.

Maar zou de Heer die weg niet gaan.
Dan waren wij voorgoed verloren.
Verduisterd blijven ons bestaan.
Waarin geen enkel licht zou gloren.

Doch Jezus heeft het kruis aanvaard.
De spot, de hoon, de martelingen.
En zo zijn grote liefd' verklaard.
Die mens en wereld zal omringen.
Justus A. van Tricht


 
Hij ging de weg naar Golgotha,
waarvan Hij wist dat Hij zou sterven.
Het volk zond Hem hun woorden na,
en deed Hem hoon en spot verwerven.
Hij sleepte onder 't kruis zich voort,
de lange weg als zwaar gebukte.
En neerviel voor de laatste poort,
waar Hem de last terneder drukte.

Een zekere Simon werd belast,
het kruis van Jezus voort te dragen
Dat op zijn schouders werd getast,
om niet de kruistocht te vertragen.
Op d' heuvel werd de Heer ontkleed,
en heeft men Hem aan 't kruis geslagen.
Gedobbeld werd er om Zijn kleed,
dat Hij daarvoor nog had gedragen.

Daar hangend aan het smart'lijk kruis,
heeft Hij de moordenaar gesproken.
Die 't kwaad beleed, Hij bracht hem thuis,
voor hem was 't licht weer aangebroken.
Nog voerde Jezus felle strijd,
maar sprak nog woorden tot de zijnen.
In liefd' zijn moeder toegewijd,
ondanks zijn krampen en zijn pijnen.

Nadat de zon verduisterd werd,
riep Hij verlaten tot Zijn vader.
Zoals het opgejaagde hert,
waar bent U toch, kom mij toch nader!
In al die diepe eenzaamheid,
heeft Jezus toen de geest gegeven.
Hij bleek tot stervens toe bereid,
waardoor wij voortaan zouden leven.
Justus A. van Tricht



Het is volbracht, de nacht is thans ten einde.
Het licht breekt door, de morgenstond is daar.
Het graf is leeg waarin Hij heeft gelegen.
Het wonder van Zijn opstanding is waar.

De Vader heeft Zijn Zoon niet doen vergeten,
Hij heeft Hem opgewekt ten leven uit de dood.
Die Jezus in het diepste duister heeft bestreden.
Gekluisterd in der aarde donkere schoot.

Hij heeft in glorielicht het donker graf verlaten.
De hemel riep luid Zijn victorie uit.
Want niemand hoeft meer voor de dood te vrezen.
God koos voor 't leven dat Zijn plan besluit.
Justus A. van Tricht
Hoe zwaar Heer Jezus was Uw lijden,
de weg gegaan die 'k nooit doorgrond.
Uw liefd' zo groot die tot bevrijden,
U zelf liet kruisigen, doorwond.
Het was die liefd' voor alle mensen,
Gods kinderen, die Uw hart bewoog.
Dat U vervulde 's Vaders wensen,
U voor ons leed, stierf voor ons oog.

Heer U hebt alle schuld gedragen,
van toekomst en verleden tijd.
U heeft de last daarvan verdragen,
ons daar voor altijd van bevrijdt.
Het sleutelwoord Heer is vergeven,
dat God de Vader steeds weer doet.
Waardoor ons hart weer zal herleven,
als 't schuld belijdt, Zijn vree ontmoet.
Justus A. van Tricht


 
Door stralend licht omgeven,
verrees Hij uit het graf.
Opgestaan weer ten leven,
legde Hij 't doodskleed af.
Hij wandelde in glorie,
opnieuw de wereld in.
Met 't teken der victorie.
van Goddelijk bemin.

De dood heeft moeten wijken,
door Jezus grote macht.
Die Hij aan hem liet blijken
met onverwin'bre kracht.
Herboren is de Herder,
uit de dood opgestaan.
Hij gaat Zijn weg nu verder,
Zijn schapen voor te gaan.
Justus A. van Tricht

 



Die vrijdag was een dag van rouw,
een dag om nooit meer te vergeten.
Hoe lijden werd volbracht door trouw,
een dag waarvan wij allen weten.
De dag waarop het recht verkracht,
door God tot heil werd omgebogen.
De dag waarop zijn Zoon volbracht,
het heilsplan door Gods hart bewogen.

Die vrijdag was een dag van strijd,
waar Jezus aan het kruis geslagen.
Tot aan het einde toegewijd,
de zond' der wereld heeft gedragen.
Vooraf gegeseld en gehoond,
vernederingen moest verdragen.
En met een doornenkroon gekroond,
die Hij als koning heeft gedragen.

Die vrijdag staat voor ons gegrift,
als een herinnering aan Zijn lijden.
Geschreven voor ons in 't geschrift,
dat tot ons kwam uit oude tijden.
Van Zijn geschiedenis verhaalt,
waarvan een mensenhart doet gruwen.
Maar Jezus heeft voor ons betaald,
't offer waarvoor Hij niet deed schuwen.

Die vrijdag is voor ons volbracht,
toen Hij Zijn leven heeft gegeven.
Verlossing die de mensheid wacht,
wie in Hem gelooft ontvangt het leven.
Want door dat Jezus voor ons stierf,
en Hij de dood deed overwinnen.
Was Hij 't die leven ons verwierf,
dat op de Paasdag kon beginnen.
Justus A. van Tricht


 
Wie heeft het schouwspel niet aanschouwd,
onmenselijk hard en wreed.
Wie heeft van 't lijden niet gehoord,
dat Jezus voor ons deed.
Wie gruwt niet bij zo'n marteldood,
wiens hart keert zich niet om.
Ziend hoe het leven uit Hem vlood,
hoort niet de spot rondom.

Wie kan er kijken zonder schuld,
wat Hem is aangedaan.
Die enkel maar Gods wil vervult,
bij 't kruis ons stil laat staan.
Welk mens beseft, doorgrondt het leed,
dat Jezus voor ons droeg.
Wie kent de pijn, wie heeft er weet,
van spijkers die men sloeg.

Wie krijgt geen tranen in zijn oog,
als hij naar Jezus kijkt.
Aan 't kruis genageld, ziend omhoog,
waaruit Zijn liefde blijkt.
Een liefde die geen mens opbrengt,
geen mens bezit en heeft.
Die Jezus aan ons allen schenkt,
en die tot 't einde geeft.

Hij schonk aan ons een nieuw begin,
door lijden, 't kruis voltooid.
Als teken van Zijn groot bemin,
met doornenkroon getooid.
Die kroon wordt eens een kroon van goud,
waarmee Hij wordt herkend.
Als eens Zijn Koninkrijk aanschouwd,
Hij door ons wordt erkend.
Justus A. van Tricht


 
Het graf is leeg, het is verlaten,
herbergt Zijn lichaam thans niet meer
Wees blij verheugd in hoge mate,
Hij is de opgestane Heer.
Jezus is uit de dood verrezen,
zie weggenomen is de steen.
De Overwinnaar doet Hij wezen,
over de dood, ja Hij alleen.

't Is Pasen en een dag vol vreugde,
het gouden licht is opgegaan.
Waarop God blij ons hart verheugde,
Zijn Zoon is waarlijk opgestaan.
Het nieuwe leven is begonnen,
de dood is nu geen schrikbeeld meer.
Want Christus heeft hem overwonnen,
Hij onze Redder, onze Heer!

Hoor hoe de vogels blijde juichen,
zie hoe zij vliegen af en aan.
En Hem hun eer en dank betuigen,
die uit het graf is opgestaan.
Gans de natuur laat zien en horen,
zich hullend in een feest'lijk kleed.
Hoe in het vroege ochtendgloren,
de Heer van 't doodskleed zich ontdeed.
Justus A. van Tricht



De beelden trekken mij voorbij,
gevangenschap, de razernij.
Het volk dat honend Hem bespot,
die zich liet noemen Zoon van God.

De rechtspraak die werd uitgevoerd,
een mens geketend en gevloerd.
Gegeseld met de felle zweep,
die Hem de ogen samenkneep.

Een purperen mantel omgegooid,
Hem met een doornenkroon getooid.
Een rechter die geen recht meer spreekt,
zijn handen wast, in 't water steekt.

Het kruishout op Zijn rug gelegd,
Zijn laatste stappen afgelegd.
Door beulen aan het kruis gespietst,
een weg gegaan die niemand kiest.

Een tijd van lijden, dorst en pijn,
van eenzaam en verlaten zijn.
Een dag die zwart wordt als de nacht,
tot plots weerklinkt "Het is volbracht".

Ik voel hoe dit mij gruwen doet,
steeds als ik weer het kruis ontmoet.
Maar tevens weet ik mij bevrijdt,
door Hem wiens liefd' van mij niet scheidt.
Justus A. van Tricht


 
Wie kan dit lijden toch aanschouwen,
van geseling en van het kruis.
Verlaten zijnd door Zijn getrouwen,
alleen zo eenzaam ver van huis.
Zelfs God deed niet het onrecht keren,
van wat Zijn Zoon werd aangedaan.
Hij zag van uit Zijn hemelsferen,
de valse rechtsgang verdergaan.

Door mensenhanden die Hem bonden,
werd Hij genageld aan het hout.
Want Hij moest sterven voor de zonden,
dat 't offer werd voor ons behoud.
God heeft door 't onrecht toe te laten,
gena door Christus ons bereid.
Op Vaders wil zich heeft verlaten,
die ons zo weer naar huis toe leidt.
Justus A. van Tricht


Nog klinkt in mij Zijn laatste woord,
dat door mijn oren is gehoord.
Zijn laatste roep met grote kracht,
het reddende "Het is volbracht".

De gruwel van Zijn zware strijd,
heeft mij en ons van schuld bevrijdt.
God nam ons weer als kinderen aan,
door wat Zijn Zoon is aangedaan.

'k Blijf voor mij zien dat bitt're kruis,
de sleutel naar het Vaderhuis.
Die Christus ons in handen gaf,
die dragen wilde onze straf.

Geen graf en steen hield Hem omkneld,
Hij overwon de sterke Held.
Dood heeft geen recht meer van bestaan,
hij moest voor Jezus buigen gaan.

Komt zingt het Halleluja uit,
de Heer gaat lichtend ons vooruit.
Totdat Hij terugkomt en weerklinkt,
zie hoe de hemel openspringt.
Justus A. van Tricht



Als Hij voor ons de last niet had gedragen.
En niet de zond' der wereld had getorst.
Dan leefden wij in onze laatste dagen.
En bleek al spoedig onze levenstijd vermorst.
Dan was de dood het uitzicht, niet het leven.
Wat nu door Jezus eeuwig ons eens wacht.
Dan bleek ons hier maar hooguit tachtig jaar gegeven.
En was het daarna voor ons voortaan altijd nacht.

Maar omdat Hij de zonden heeft gedragen.
Zijn wij bevrijd van oordeel en van schuld.
Nu worden voortaan onze levensdagen.
Door Hem met liefde en met vreugd gevuld.
Hij was het die door lijden en door sterven.
De weg tot God voor ons heeft vrijgemaakt.
En ons het eeuwig leven door Hem laat verwerven.
Voor ieder die Zijn smart'lijk kruis heeft aangeraakt.
Justus A. van Tricht