Ik weet dat je over mijn schouder doet kijken.
vanuit de onzichtbare wereld vandaan.
En dat je het liefste mij zou doen vertellen,
hoe daarheen je reis was naar 't nieuwe bestaan.
Nadat je van hier nu naar daar bent vertrokken,
daar bent in een sfeer nog voor mij onbekend.
Ik weet dat het licht van de hemel deed lokken,
en voortaan voor altijd bij Jezus nu bent.

Maar 'k weet 't is niet mogelijk om te vertellen,
wat jij in de hemelse sferen beleefd.
Wel weet ik dat zorgen je daar niet meer kwellen,
en dat daar Gods liefde je altijd omgeeft.
Bij Vader en Zoon doe je voortaan nu wonen,
daar is nu voortaan nu je veilig tehuis.
Waar d' engelen aan je de ruimte doen tonen,
d' onmetelijke ruimte van het Vaderhuis.

Je zult daar geliefden, bekenden weer treffen,
met hen in de arm door de hemel doen gaan.
De glans en de vreugd van de hemel beseffen,
die je nu voor eeuwig voor ogen zal staan.
Wij zullen elkander vast eenmaal ontmoeten,
leidt mij dan als vroeger maar rond aan je hand.
Wij zullen elkaar dan in Gods vreugd begroeten,
hernieuwend bij 't weerzien, de verbroken band.

(Bij het overlijden van mijn moeder.)



Justus. A. van Tricht


7 april 2006

You have no rights to post comments