VERWACHTING   I


Wanneer je eens zult moeten sterven,
op tijd en uur door God beschikt.
En ’t uur van afscheidnemen nadert,
terwijl de tijd haar metrum tikt. 


Dan mag je hart en ziel vertrouwen,
je moede leden strekken gaan.
De ogen sluiten en gaan slapen,
met ’t doodskleed als een reiskleed aan.


Je zult de smalle grens passeren,
de weg die ieder wand’len moet.
Zij die ontslapen in de Naam des Heren,
worden aan d’ overzij door God begroet.


Daar word jij zelf voorgoed geborgen,
verzegeld in de holte van Gods hand.
Dan mag je in de Heer ontdekken,
de glorie van het “Morgenland”.


Als ’t zaad onzichtbaar in de akker,
je lichaam in de aarde rust.
Mag je er vast van overtuigd zijn,
dat God je eenmaal wakker kust!
J. van Tricht

You have no rights to post comments