Lieve kind je mag gaan slapen,
van je bezigheden moe.
Tot je morgen zult ontwaken,
sluit gerust je ogen toe.

Droom maar zacht tot aan de morgen,
waarop God je wekken zal.
En ontdan van alle zorgen,
Hij je oogen oop'nen zal.

Droom maar diep in rust en vrede,
van het alomvattend licht.
Waar jouw woning en je stede,
voor jou zal zijn ingericht.

Droom maar van de zachte kleuren,
van het Hemels Koninkrijk.
Droom maar van de bloemengeuren,
Leven binnen handbereik.

Droom maar van de vreugdeklanken,
van de zangen die je hoort.
Droom maar van Gods druivenranken,
van Zijn blijdschap ongestoord.

Droom maar van het zacht geklater,
van die helder fontein.
Droom maar van het levend water,
dat zo heerlijk fris moet zijn.

Droom je droom tot werkelijkheden,
reizend in je kleine boot.
En ontwaak in 't eeuwig heden,
werkelijk bij God op schoot.

Waar je droom geen droom meer zijn zal,
als je waarlijk bent ontwaakt.
Met het hemelskoor als bijval,
eeuwig vreugdekreten slaakt.

Lieve kind ga nu maar slapen,
leg dit leven naast je neer.
Tot je straks weer zult ontwaken,
in Het Leven, met de Heer!


Justus. A van Tricht


16 april 2006

You have no rights to post comments