Wij zijn belust op goed en geld
zijn niet graag arm maar welgesteld.
Velen graaien als ’t even kan
het geld bijeen dat is het dan.
 
Maar God Hij waarschuwt ons dat geld
niet in de voorste rijen stelt.
Met geld is bij God niets te koop
alleen ’t verdelen biedt ons hoop.
 
Want wie van zijn bezit uitdeelt
merkt dat Jezus hem aanbeveelt.
En voor hem bij de Vader pleit
toelating tot Zijn heerlijkheid.
 
Zijn Zoon is voor ons ’t wisselgeld
nadat ’t bezit is neergeteld.
Geheel geofferd tot Gods eer
zo leidt Jezus tot d’ hemelsfeer.
 
Besef dat wat God ons aanbiedt
dat kent men op de aarde niet.
Het stijgt ver boven alles uit
en niet door bezitsdrang verbruid.
 
Een goede gever is de Heer
Hij legt voor ons Zijn gaven neer.
Zo toont Hij aan ons -zo is het goed-
dat men Zijn voorbeeld volgen moet.
 
Op die manier wordt ons geleerd
wat goed is en wat is verkeerd.
God houdt op deze wijs ons voor
mens wandel toch in ’t juiste spoor.

You have no rights to post comments