God stelt eenmaal de deuren open
van Zijn gebouwde wereldstad.
Die wij dan mogen binnenlopen
over ’t geplaveid gouden pad.
 
Van edelsteen zijn er de muren
in vele kleuren en in soort.
Zij zijn geplaatst in alle poorten
van  ’t oosten uit langs zuid naar noord.
 
God wil ons als bewoners noden
die mogen wonen in Zijn stad.
Waar ons Zijn schat wordt aangeboden
in liefd’ die Hij reeds eeuwen had.
 
God drukt op Zijn stad dan een stempel
waar Hij ook Zijn huis heeft gebouwd.
Want daarin staat Zijn gouden tempel
als woonplaats van de Heer aanschouwd.
 
In die stad wil Hij dat wij wonen
met Hem en aan Zijn hart geborgd.
Als Vader van dochters en zonen
waar Hij in trouw en liefd’ voor zorgt.
 
Dit is Gods toekomst, Zijn beloofde
door ons met spanning afgewacht.
Want ieder die In Jezus geloofde
krijgt daar zijn woning toebedacht.
 
 
 

You have no rights to post comments