God laat je eens de woonplaats zien
waar jij bij Hem altijd mag wonen.
Waar het zo heerlijk toeven is
en met Hem wandelend zal tonen
 
Je ziet er dieren bij de vleet
die daar in vrede samenleven.
Maar ook de brede horizon
met gouden glanzen rijk omgeven.
 
Verbazing neemt van je bezit
bij ’t zien van zoveel heerlijkheden.
De rijkdom nauwelijks beseft
als jij Gods huis bent ingetreden.
 
Want wat je van de aarde kent
dat is hier met puur goud omgeven.
Het zijn Gods schatten die Hij geeft
die horen bij het eeuwig leven.