Met de toekomst Gods voor ogen
leidt de Heer ons aan Zijn hand.
Stapvoets trekken wij steeds verder
met Hem naar ’t beloofde land.
Ook al kent ’t bestaan zijn stormen
afgewisseld lief en leed.
Wij zijn in Gods hand geborgen
worden met Zijn licht bekleed.
 
Wie Gods regels na zal leven
is verzekerd van Zijn heil.
Al zijn wegen door de bergen
nog zo hoog en nog zo steil.
Veilig laat God ons bereiken
woning, plaats door Hem bereid.
Want eenmaal staat ons te wachten
Gods beloofde Koninkrijk.
 
Door de liefde Gods gedragen
komt het einddoel dichterbij.
Wat Hij aan ons liet beloven
eenmaal zijn wij voorgoed vrij.
Dan schenkt God ons eeuw’ge vreugde
en voorgoed van zorg ontdaan.
Zien wij uit wat ons verheugde
door Zijn Zoon bevrijd, verlost.
 
Als wij eens de grens passeren
van het ons beloofde land.
Komen wij in zaal'ge sferen
waar Gods licht voor altijd brandt.
Wat een vreugde zal dat wezen
God ons thuiskomst heeft bereid.
Niemand hoeft 't kwaad meer te vrezen
straks door Christus ingeleid.


Melodie; Wat de toekomst brenge moge.
Lied 293 liedboek v.d. Kerken
en Lied 109 Liedboek v.d Kerken.
Lied 913 Nieuw Liedboek

You have no rights to post comments