God ziet ons lopen in dit aardse tranendal
waarin wij mensen voor ’t bestaan zo moeten vechten.
Hij ziet op aarde ook dat groot getal
van vluchtelingen hulpelozen en ontrechten.
Hij ziet de oorlogen die er voortdurend zijn
de kinderen die verlaten zijn op ’s levenswegen.
Hij hoort ’t geschrei het kreunen van de pijn
van hongerigen die te weinig voedsel kregen.

God ziet een wereld die in tweeën is gedeeld
die zich in rijkdom en in armoede liet splijten.
Waarin ’t bezit niet eerlijk is verdeeld
wat Hij de rijken aan bezit ook blijft verwijten.
Wat God wenst is een wereld met rechtvaardigheid
waarin de mensen als beminden samenleven.
En men door zorg en liefde wordt geleid
om die ook werkelijk aan elkaar te willen geven.

Ondanks dat aan dit alles nog niet is voldaan
heeft God de mens een nieuwe toekomst aangeboden.
Waarin slechts recht en liefde zal bestaan.
en aan de mensheid door Hem vrede wordt geboden.
Tot zo lang blijft daarop de hoop nog steeds gericht
en weet geen mens hoe lang het wachten nog zal duren.
Maar werken aan de vrede die op d’ aard wordt opgericht
daartoe blijkt God de mensheid dagelijks aan te vuren.
     
 
 

You have no rights to post comments