Alles moet men eens achterlaten
Op de tijd dat God ons roept.
En ons d’ hemel binnenlaten
Daar met velen saam gegroept.

Eindelijk zal het feest beginnen
Dat de Schepper heeft beoogd.
Aan elk tonend Zijn beminnen
Nadat Hij ons heeft verhoogd.

Ieder van ons krijgt zijn plekje
Wat God aan elk van ons toont.
Dat wordt dan ons vaste stekje
Waar de Heer ons mee beloont.

Eeuwig zullen wij Hem prijzen
Samen met het engelenkoor.
En ons loflied op doen rijzen
Dat weerklinkt de hemel door.

You have no rights to post comments