Tussen licht en donker
heerst het stergeflonker.
Zon en maan zij blaken
met glans die blijft raken.
In het universum
waar God blijkt te wonen
zien wij eens het summum
dat Hij ons zal tonen.
Eens zullen wij reizen
maar Gods paradijzen.
En Hem eeuwig eren
in beloofde sferen.
God laat ons opheffen
't is niet te overtreffen
heil en heerlijkheden
als we binnentreden.
