Wanneer ‘k mijn ogen stil laat gaan
en glijden over mijn bestaan
dat voor mijn ogen zich ontvouwt
dan wordt Gods Schepping stil aanschouwd.

'k Houd met verbazing d’ adem in
'k ervaar ademloos Gods bemin
als ‘k zie wat Hij heeft uitgedacht
en ook tot leven heeft gebracht.

Ik zie een kudde rechts van mij
hoor vogels zingen, vrolijk blij.
En links van mij een waterbron
waarmede ‘t aards bestaan begon.

Die bron liet bloementooi ontstaan
daaruit veelkleurigheid bestaan.
Ook regen zorgde voor de groei
die bloem en planten bracht in bloei.

Geknield voor God in dank verstild
voor al wat leeft door Hem gewild.
Geniet ik voluit van ‘t bestaan
dat ik verheugd blijf gadeslaan.

You have no rights to post comments